ECLI:NL:GHAMS:2004:AR8415
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voorlopige aanslag legesheffing bouwaanvraag niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 december 2004 uitspraak gedaan in een beroep van X BV tegen een voorlopige aanslag legesheffing bouwaanvraag die was opgelegd door het Stadsdeel ZZ. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de voorlopige aanslag, maar het Hof oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was. Dit kwam doordat de definitieve aanslag al was opgelegd ten tijde van de uitspraak over de voorlopige aanslag, waardoor de voorlopige aanslag volledig was verrekend. De zaak had zijn oorsprong in een overeenkomst tussen de gemeente Z en de belanghebbende, waarin was vastgelegd dat er geen belastingen of vergoedingen aan de gemeente verschuldigd waren, behalve een symbolische vergoeding voor bepaalde voorzieningen. De heffingsambtenaar had in het verleden al aanslagen opgelegd, maar deze waren vernietigd of niet opgelegd voor latere jaren.
De belanghebbende ontving op 7 november 2002 een voorlopige aanslag legesheffing bouwaanvraag, waartegen hij bezwaar maakte. Echter, op 21 november 2002 ontving hij een definitieve aanslag legesheffing, die verwees naar de voorlopige aanslag. Het Hof concludeerde dat er geen bewijs was dat de belanghebbende een rechtsmiddel had willen aanwenden tegen de definitieve aanslag. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende geen belang had bij een inhoudelijke beoordeling van de voorlopige aanslag, omdat deze al was verrekend met de definitieve aanslag. Het Hof gelastte het Stadsdeel ZZ om het griffierecht aan de belanghebbende te vergoeden, maar wees de vordering tot proceskosten af, omdat de belanghebbende zelf ook had moeten informeren naar de ontwikkelingen na de voorlopige aanslag.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig aanwenden van rechtsmiddelen en de noodzaak voor belanghebbenden om op de hoogte te blijven van de status van hun belastingaanslagen. Het Hof bevestigde de formele rechtskracht van de definitieve aanslag en verklaarde de belanghebbende niet-ontvankelijk in zijn beroep.