ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8073
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Schaap
- J. Kwantes
- M. Kruimel
- Rechtspraak.nl
Gecorrigeerde vervangingswaarde van sportcomplex en waardering op gronduitgifteprijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 oktober 2000 uitspraak gedaan over de gecorrigeerde vervangingswaarde van een sportcomplex, gelegen aan de a-straat 1 te Z. De belanghebbende, eigenaar van het sportcomplex, had beroep aangetekend tegen een beschikking van de gemeente Velsen, waarin de waarde van het onroerend goed was vastgesteld op € 2.240.000 voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000. De belanghebbende stelde dat de waarde verlaagd moest worden tot € 1.460.717, onderbouwd met argumenten over de waardedrukkende effecten van het bestemmingsplan en de huurprijzen van vergelijkbare sportvelden in de gemeente.
Het Hof heeft vastgesteld dat de gecorrigeerde vervangingswaarde van het sportcomplex, dat in 1996 was opgericht en bestond uit voetbalvelden, kantine- en kleedaccommodatie, overdekte zittribune, lichtmasten en parkeerterrein, niet in geschil was. De belanghebbende voerde aan dat de waarde in het economische verkeer lager moest worden vastgesteld, maar het Hof oordeelde dat het hier niet ging om de economische waarde, maar om de gecorrigeerde vervangingswaarde volgens de Wet WOZ.
De rechtbank heeft de argumenten van de belanghebbende en de verweerder, die de waarde handhaafde, zorgvuldig gewogen. Het Hof concludeerde dat de waardering van de grond en de bijbehorende voorzieningen correct was uitgevoerd, en dat de belanghebbende niet voldoende had aangetoond dat de taxatie onjuist was. De rechtbank oordeelde dat de gecorrigeerde vervangingswaarde van het sportcomplex op de juiste wijze was vastgesteld, en dat de belanghebbende niet had aangetoond dat de door de gemeente gehanteerde huurprijzen niet marktconform waren.
Uiteindelijk heeft het Hof het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, en de uitspraak van de gemeente bevestigd. De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien de belanghebbende in het ongelijk was gesteld.