ECLI:NL:CRVB:2025:956
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 juni 2025 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 25/317 WAJONG. De procedure betreft een hoger beroep dat niet-ontvankelijk is verklaard omdat het griffierecht van € 143,- niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellante is in februari 2025 geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en kreeg de instructie om dit bedrag binnen 28 dagen te voldoen. Ondanks een herinnering per aangetekende brief in maart 2025, is het griffierecht niet tijdig betaald. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door Y. Sneevliet, in tegenwoordigheid van griffier N. Phetkhoowiang, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.