ECLI:NL:CRVB:2025:934
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken procesbelang na overlijden appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 juni 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die inmiddels was overleden. De zaak betreft een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 26 oktober 2022. De appellant was vertegenwoordigd door mr. K. Wevers, die het hoger beroep had ingesteld. Het college van burgemeester en wethouders van Almere, vertegenwoordigd door mr. S. Piets, diende een verweerschrift in. Tijdens de procedure werd op 2 januari 2025 meegedeeld dat de appellant op een onbekende datum in 2024 was overleden. Dit leidde tot de vraag of er nog belanghebbenden waren die de procedure wilden voortzetten. Ondanks herhaalde verzoeken aan mr. Wevers om informatie over de erfgenamen, bleef het onduidelijk wie deze waren en of zij de procedure wensten voort te zetten. Op de zitting van 4 juni 2025 verscheen niemand van de zijde van de erfgenamen, waardoor de Raad concludeerde dat er geen procesbelang meer was. De Raad verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 25 juni 2025.