Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels
Algemene Kinderbijslagwet (AKW)
1. Een verzekerde heeft voor een tot zijn huishouden behorend kind dat drie jaar is of ouder, maar nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, recht op een verdubbeling van het bedrag aan kinderbijslag, genoemd in artikel 12, eerste en tweede lid, indien het kind is aangewezen op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen mate van intensieve zorg.
Besluit uitvoering kinderbijslag (BUK) (tekst tot 1 juli 2024)
1. Van intensieve zorg als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de wet is sprake als het een kind betreft dat zodanig ernstig beperkt is in het dagelijks functioneren als gevolg van een ziekte of stoornis van lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of geestelijke aard dat de verzorging en oppassing door de ouders in ernstige mate wordt verzwaard.
2. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop vastgesteld wordt of er sprake is van intensieve zorg als bedoeld in het eerste lid.
1. Om te bepalen of een kind intensieve zorg behoeft, wint de Sociale verzekeringsbank een op medische gegevens gebaseerd advies van het Centrum indicatiestelling zorg, genoemd in artikel 7.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg.
2. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de procedure alsmede de beoordelingscriteria waarop het advies, bedoeld in het eerste lid, wordt gebaseerd.
Regeling uitvoering dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg (Regeling)
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
- advies: een op medische gegevens gebaseerd advies als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het Besluit uitvoering kinderbijslag;
1. De SVB kan vaststellen dat er sprake is van intensieve zorg, indien het advies positief luidt.
2. Het advies luidt positief indien:
het kind blijkens een geldig indicatiebesluit als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg is aangewezen op permanent toezicht of op 24 uur per dag zorg in de nabijheid; of
het kind blijkens de beoordeling van het CIZ intensieve zorg nodig heeft.
Artikel 3
1. De beoordeling, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, komt tot stand aan de hand van de volgende items:
lichaamshygiëne;
zindelijkheid;
eten en drinken;
mobiliteit;
medische verzorging;
gedrag;
communicatie;
alleen thuis zijn;
begeleiding buitenshuis;
bezig houden, handreikingen.
2. Indien het CIZ oordeelt dat er sprake is van een zware zorgbehoefte op een item, kent het CIZ op dit item een punt toe.
3. Het kind behoeft intensieve zorg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, indien:
het 3-5 jaar is en het CIZ minimaal 5 punten toekent;
het 6-9 jaar is en het CIZ minimaal 4 punten toekent;
het 10-17 jaar is en het CIZ minimaal 3 punten toekent.
4. In aanvulling op het derde lid kan het CIZ tot een positief advies komen indien het desbetreffende kind een punt toegekend krijgt op het item medische verzorging en er daardoor sprake is van de noodzaak tot permanent toezicht van de ouders.
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Artikel 3:9
Indien een besluit berust op een onderzoek naar feiten en gedragingen dat door een adviseur is verricht, dient het bestuursorgaan zich ervan te vergewissen dat dit onderzoek op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden.