ECLI:NL:CRVB:2025:856
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en herbeoordeling van medische en arbeidskundige onderbouwing
In deze zaak staat de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant centraal, die per 12 november 2023 is stopgezet omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Appellant betwist deze beslissing en stelt dat hij meer medische beperkingen heeft dan het Uwv heeft aangenomen, en dat hij de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies niet kan vervullen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat het Uwv de WIA-uitkering terecht heeft beëindigd. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de arts bezwaar en beroep de belastbaarheid van appellant op een overtuigende wijze heeft gemotiveerd. Appellant heeft zijn standpunten niet met voldoende medische informatie onderbouwd, waardoor de Raad de beslissing van het Uwv bevestigt. De Raad heeft ook de proceskosten van appellant in aanmerking genomen en het Uwv veroordeeld tot vergoeding van deze kosten en het griffierecht. De uitspraak is gedaan op 28 mei 2025.