ECLI:NL:CRVB:2025:721
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet gegrond wegens slechte postbezorging en niet-ontvankelijkheid hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 april 2025 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep. De uitspraak van 3 juli 2024, waarbij het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het griffierecht niet was betaald, is door appellant aangevochten. Appellant heeft in zijn verzetschrift aangegeven dat hij de nota en herinneringsbrief voor het betalen van het griffierecht niet heeft ontvangen, wat hij toeschrijft aan de slechte postbezorging op zijn adres. De Raad heeft vastgesteld dat veel van de door hen verzonden brieven retour zijn gekomen, wat de aannemelijkheid van de stelling van appellant ondersteunt. Hierdoor is de Raad tot de conclusie gekomen dat appellant de relevante correspondentie niet tijdig heeft ontvangen. De Raad heeft het verzet gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van 3 juli 2024 vervallen verklaard en het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling van het verzet. De uitspraak is gedaan door mr. J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van A.S. Abbas als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.