ECLI:NL:CRVB:2025:691
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 mei 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 oktober 2022. Op 2 oktober 2024 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellant. Hierdoor heeft appellant op 30 oktober 2024 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten door het Uwv. Het Uwv heeft aangegeven zich niet te verzetten tegen deze vergoeding. De Raad heeft, onder toepassing van de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht, besloten het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1.554,-, inclusief het griffierecht van € 136,-. De uitspraak benadrukt de mogelijkheid van proceskostenvergoeding bij intrekking van het beroep wanneer het bestuursorgaan aan de bezwaren van de indiener tegemoetkomt.