ECLI:NL:CRVB:2025:656
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken ondertekening beroepschrift
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De Centrale Raad van Beroep heeft op 30 april 2025 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 24/2733 ZW. De Raad heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 138,- niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar heeft deze termijn ongebruikt laten verstrijken. Daarnaast bevatte het ingediende beroepschrift geen ondertekening, wat ook in strijd is met de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De belangenbehartiger van appellante is in de gelegenheid gesteld om deze verzuimen te herstellen, maar heeft hier geen gebruik van gemaakt. Gezien deze omstandigheden heeft de Centrale Raad van Beroep besloten het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren, zonder verder inhoudelijk onderzoek te doen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.