ECLI:NL:CRVB:2025:635
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet tijdig betaald griffierecht
Op 17 april 2025 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De zaak betreft een hoger beroep dat eerder niet-ontvankelijk was verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. De appellante, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.G. Evers, heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing. De Raad heeft vastgesteld dat de herinnering om het griffierecht te betalen met de gewone post is verstuurd, maar pas na afloop van de betalingstermijn. Dit heeft geleid tot onduidelijkheid over de ontvangst van de nota door de appellante. De Raad heeft geconcludeerd dat de feitelijke gang van zaken rondom de bezorging van de nota niet meer kan worden vastgesteld. Gezien deze omstandigheden heeft de Raad het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 29 augustus 2024 vervalt en het onderzoek in de zaak wordt voortgezet. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling in deze verzetprocedure.