Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Maastricht. De appellant, die bijstand ontving op grond van de Participatiewet (PW), had zijn bijstand met 100% verlaagd gekregen als gevolg van zijn niet-meewerken aan een re-integratietraject. De Raad oordeelde dat het college terecht had besloten tot deze maatregel, omdat appellant zich niet had gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de PW. Appellant had zich tijdens een kennismakingsgesprek met zijn werkbegeleider agressief gedragen, wat leidde tot een beëindiging van het re-integratietraject. Ondanks de argumenten van appellant dat zijn gedrag niet volledig aan hem te verwijten viel, oordeelde de Raad dat er geen dringende redenen waren om de maatregel te matigen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Maastricht, die het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. De Raad concludeerde dat appellant niet had aangetoond dat zijn psychische klachten een rol speelden bij zijn gedrag en dat het college in redelijkheid had kunnen oordelen dat de maatregel gerechtvaardigd was.