ECLI:NL:CRVB:2025:52
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid Centrale Raad van Beroep inzake hoger beroep tegen civielrechtelijk vonnis rechtbank Gelderland
Op 9 januari 2025 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een zaak waarin appellant hoger beroep had ingesteld tegen een civielrechtelijk (tussen- en eind)vonnis van de rechtbank Gelderland. De Raad heeft vastgesteld dat hoger beroep tegen deze uitspraak niet mogelijk is bij de Centrale Raad van Beroep, maar dat appellant zich moet wenden tot het gerechtshof Arnhem. De Raad heeft appellant erop gewezen dat voor het instellen van hoger beroep bij het gerechtshof een advocaat vereist is. Appellant heeft aangevoerd dat hij geen advocaat nodig heeft of er geen kan vinden, maar de Raad heeft benadrukt dat zij hierin niet kan helpen. De Raad heeft zich kennelijk onbevoegd verklaard om van het hoger beroep kennis te nemen, en deze beslissing is zonder zitting genomen op basis van de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Tevens heeft de Raad de ontvangen e-mailberichten van appellant doorgezonden naar het gerechtshof Arnhem en verzocht om toekomstige correspondentie met betrekking tot het hoger beroep alleen aan het gerechtshof te richten. De uitspraak is gedaan door Y. Sneevliet, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken.