ECLI:NL:CRVB:2025:507
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang na gewijzigde beslissing op bezwaar door Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 maart 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een beslissing van het Uwv. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uwv om haar WIA-uitkering per 1 januari 2021 te beëindigen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank Rotterdam had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard. Echter, op 27 juli 2023 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarin het bezwaar van appellante alsnog gegrond werd verklaard. Hierdoor heeft appellante recht op een WIA-uitkering gebaseerd op een arbeidsongeschiktheid van 63,51%.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante zich kan verenigen met deze gewijzigde beslissing, waardoor zij geen procesbelang meer heeft bij het hoger beroep tegen de eerdere beslissing van het Uwv. Dit leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De Raad heeft daarnaast het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 6.616,25 bedragen, inclusief griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.