ECLI:NL:CRVB:2025:504
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van uitspraak niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft verzoeker, woonachtig in Marokko, verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 25 oktober 2024, CRvB 23/1947 WAO. De herziening is aangevraagd op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarin is bepaald dat een griffierecht verschuldigd is bij indiening van een beroepschrift. Verzoeker is op 22 november 2024 geïnformeerd over het verschuldigde griffierecht van € 138,- en is verzocht dit bedrag binnen 28 dagen te betalen. Op 23 december 2024 is verzoeker opnieuw gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met de waarschuwing dat bij niet tijdige betaling de procedure niet inhoudelijk behandeld zou worden.
Het griffierecht is echter niet binnen de gestelde termijn betaald. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat verzoeker niet in verzuim is geweest. Gezien de omstandigheden heeft de Raad besloten dat het verzoek om herziening kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in aanwezigheid van griffier N. Phetkhoowiang, en is openbaar uitgesproken op 2 april 2025.