ECLI:NL:CRVB:2025:436

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
24/827 WLZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om indicatie voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz)

In deze zaak gaat het om de vraag of appellante in aanmerking komt voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Appellante stelt dat zij blijvend is aangewezen op 24 uur per dag zorg in de nabijheid. De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank Rotterdam bevestigd, waarin het verzoek van appellante om te worden geïndiceerd voor zorg is afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het CIZ zich op zorgvuldige wijze heeft gebaseerd op het advies van zijn medisch adviseur, die concludeerde dat er nog niet kan worden vastgesteld dat er sprake is van een blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg. De Raad heeft de argumenten van appellante in hoger beroep niet overtuigend geacht en bevestigd dat de behandeling nog niet is afgerond en dat een klinische opname nodig is. De Raad oordeelt dat appellante geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. De uitspraak van de rechtbank blijft in stand, wat betekent dat appellante geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht ontvangt.

Uitspraak

24/827 WLZ
Datum uitspraak: 13 maart 2025
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 29 februari 2024, 23/4900 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het CIZ
SAMENVATTING
In deze zaak gaat het om de vraag of appellante in aanmerking komt voor zorg op grond van de Wlz. Appellante stelt dat zij blijvend is aangewezen op 24 uur per dag zorg in de nabijheid. De Raad geeft appellante geen gelijk.

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. A.L. Kuit, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het CIZ heeft een verweerschrift ingediend.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 30 januari 2025. Appellante is niet verschenen. Het CIZ heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L.M.R. Kater.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.
1.1.
Appellante is bekend met de diagnose depressieve stemmingsstoornis met psychotische kenmerken.
1.2.
Bij besluit van 5 december 2022, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 2 juni 2023, heeft het CIZ het verzoek van appellante om te worden geïndiceerd voor zorg op grond van het bepaalde bij en krachtens de Wet langdurige zorg (Wlz) afgewezen. Hieraan heeft het CIZ ten grondslag gelegd dat nog niet kan worden vastgesteld dat sprake is van een blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen, als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid, van de Wlz. Uit het medisch advies blijkt immers dat de behandeling nog niet is afgerond en dat onder meer wordt ingezet op een klinische opname.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten. De rechtbank heeft overwogen dat het CIZ zich heeft mogen baseren op het advies van zijn medisch adviseur, omdat dit advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Daarbij acht de rechtbank van belang dat de medisch adviseur dossierstudie heeft verricht en onder meer de beschikbare medische informatie van de behandelend artsen van appellante, namelijk de huisarts en psychiater, bij de beoordeling heeft betrokken. Appellante heeft geen medische stukken ingediend die doen twijfelen aan de zorgvuldige totstandkoming van de rapportage en de conclusie van medisch adviseur van het CIZ. De door appellante ingediende nadere informatie van de huisarts acht de rechtbank daarvoor onvoldoende, gelet op de bij het medisch advies betrokken informatie van psychiater Vulink.
Het standpunt van appellante
3. Appellante is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Dat er wellicht nog behandelmogelijkheden zijn maakt niet dat er sprake is van een daadwerkelijke en reële kans op verbetering van haar situatie. De rechtbank is volledig voorbijgegaan aan het feit dat zij al meer dan vijftien jaar is behandeld zonder dat dat tot een ander resultaat heeft geleid dan beheersing van haar klachten middels medicatie. De behandeloptie is louter theoretisch en haar psychische stoornis is van dien aard dat de noodzaak van 24 uur zorg in de nabijheid blijvend is.

Het oordeel van de Raad

4. De Raad beoordeelt of de rechtbank terecht het bestreden besluit in stand heeft gelaten aan de hand van wat appellante in hoger beroep heeft aangevoerd, de beroepsgronden. De Raad komt tot het oordeel dat het hoger beroep niet slaagt. De wettelijke regels die voor de beoordeling van het hoger beroep belangrijk zijn, zijn te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
4.1.
Appellante heeft in hoger beroep geen wezenlijk nieuwe of andere gronden naar voren gebracht, of redenen vermeld waarom de rechtbank tot een ander oordeel had moeten komen. Appellante heeft zich beperkt tot het herhalen van de in bezwaar en beroep aangevoerde gronden.
4.2.
De rechtbank heeft deze beroepsgronden in de aangevallen uitspraak afdoende besproken en genoegzaam gemotiveerd waarom deze niet leiden tot een vernietiging van het bestreden besluit. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig en voegt daar nog het volgende aan toe. Uit het medisch advies en de toelichting van het CIZ ter zitting van de Raad komt naar voren dat een klinische opname van appellante nodig is. Tijdens een dergelijke opname kan worden bezien of en, zo ja, welke verdere behandelmogelijkheden er nog zijn. Appellante stelt dat behandeling niet tot verbetering van haar situatie zal leiden, maar op basis van de beschikbare informatie kan die conclusie op dit moment niet worden getrokken.

Conclusie en gevolgen

4.3.
Het hoger beroep slaagt dus niet. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Dit betekent dat de aangevallen uitspraak in stand blijft.
5. Omdat het hoger beroep niet slaagt krijgt appellante geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.J. Janssen, in tegenwoordigheid van E.P.J.M. Claerhoudt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 maart 2025.
(getekend) J.J. Janssen
(getekend) E.P.J.M. Claerhoudt

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels

Wet langdurige zorg
Artikel 3.2.1
1. Een verzekerde heeft recht op zorg die op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden is afgestemd voor zover hij naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op die zorg is aangewezen omdat hij, vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking, een psychische stoornis of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, een blijvende behoefte heeft aan:
permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel voor de verzekerde, of
24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat hij zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen en hij, om ernstig nadeel voor hem zelf te voorkomen,
- 1. door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft, of
- 2. door zware regieproblemen voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft.
2. In het eerste lid wordt verstaan onder:
blijvend: van niet voorbijgaande aard;
permanent toezicht: onafgebroken toezicht en actieve observatie gedurende het gehele etmaal, waardoor tijdig kan worden ingegrepen;
ernstig nadeel voor de verzekerde: een situatie waarin de verzekerde:
- 1. zich maatschappelijk te gronde richt of dreigt te richten;
- 2. zichzelf in ernstige mate verwaarloost of dreigt te verwaarlozen;
- 3.ernstig lichamelijk letsel oploopt of dreigt op te lopen dan wel zichzelf ernstig lichamelijk letsel toebrengt of dreigt toe te brengen;
- 4. ernstig in zijn ontwikkeling wordt geschaad of dreigt te worden geschaad of dat zijn veiligheid ernstig wordt bedreigd, al dan niet doordat hij onder de invloed van een ander raakt;
zelfzorg: de uitvoering van algemene dagelijkse levensverrichtingen waaronder de persoonlijke verzorging en hygiëne en, zo nodig, de verpleegkundige zorg;
regieproblemen: beperkingen in het vermogen om een adequaat oordeel te vormen over dagelijks voorkomende situaties op het gebied van sociale redzaamheid, probleemgedrag, psychisch functioneren of geheugen en oriëntatie.
(…)