ECLI:NL:CRVB:2025:383
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- F. Hoogendijk
- B.F.C. Wiedenhof
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstand na ontvangst erfenis onder de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de terugvordering van bijstand aan appellante, die een erfenis van haar tante heeft ontvangen. Appellante ontving vanaf 2 juni 2017 bijstand op basis van de Participatiewet (PW). Na het overlijden van haar tante op 13 juni 2019, heeft appellante op 2 februari 2021 een erfenis van € 16.164,75 ontvangen. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft besloten om de bijstand van appellante met terugwerkende kracht in te trekken en een bedrag van € 10.044,78 terug te vorderen, omdat appellante niet in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde op het moment dat zij de erfenis ontving. Appellante was het niet eens met deze terugvordering en heeft hoger beroep ingesteld. De Raad heeft geoordeeld dat het college terecht de datum van overlijden van de tante als peildatum heeft gehanteerd en dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die de beroepen van appellante ongegrond had verklaard.