ECLI:NL:CRVB:2025:364
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand op grond van onduidelijke financiële situatie en woon- en leefsituatie
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 25 februari 2025, wordt de afwijzing van een aanvraag om bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam behandeld. Appellante had op 17 november 2020 een aanvraag ingediend, maar het college weigerde deze op 24 november 2020, omdat er onvoldoende informatie was over haar woon- en leefsituatie. Tijdens de bezwaarprocedure heeft appellante aanvullende stukken ingediend, maar het college bleef van mening dat de financiële situatie onduidelijk was. De rechtbank Rotterdam had het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. De Raad oordeelde dat appellante onvoldoende bewijs had geleverd om haar recht op bijstand vast te stellen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd gesteld dat de aanvraag terecht was afgewezen omdat appellante niet de benodigde informatie had verstrekt over haar financiële situatie. De Raad benadrukte dat de bewijslast bij de aanvrager ligt en dat het college een onderzoeksplicht heeft, maar dat appellante niet aan haar verplichtingen had voldaan. De uitspraak bevestigt dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft, en appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.