Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Wlz-indicatie. Hullen legt meer de nadruk op wat appellant feitelijk kan (bijvoorbeeld autorijden en zelfverzorging) en minder op het Wlzindicatiebesluit. Bovendien heeft Hullen de begeleidingsbehoefte van appellant (die ook volgt uit het Wlz-indicatiebesluit) uitdrukkelijk bij zijn beoordeling betrokken. Hullen wijst erop dat appellant heeft laten zien dat hij met goede begeleiding vooraf in staat is om deel te nemen aan (sociale) activiteiten, zoals uitgaan met vrienden, het bezoeken van een sportschool en het halen van een rijbewijs. De Wlz-indicatie heeft niet in de weg gestaan aan het verrichten van deze activiteiten.