Uitspraak
5 maart 2024, 19/2914, 19/2915 en 19/4006
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
9januari 2025 heeft de Raad dit nieuwe verzoek afgewezen en te kennen gegeven geen aanleiding te zien om de afwijzing van het vorige verzoek niet te handhaven, omdat appellant al meerdere malen in de gelegenheid is gesteld de ontbrekende gronden in te dienen. Appellant dient dus binnen de termijn, als bedoeld in de aangetekende brief van
27december 2024, de gronden in te dienen. Daarbij is er nogmaals op gewezen dat volstaan kan worden met een globale omschrijving waarom appellant het niet eens is met het oordeel van de rechtbank.