ECLI:NL:CRVB:2025:1871
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- S.B. Smit-Colenbrander
- D.M.A. van de Geijn
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding in WIA-zaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. M.B. van Voorthuizen, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Op 21 september 2023 heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij aan appellante met terugwerkende kracht een WIA-uitkering is toegekend. Appellante heeft hierop een zienswijze gegeven en nadere stukken ingediend. De zitting vond plaats op 11 april 2024, waar mr. Van Voorthuizen voor appellante verscheen en het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. L.J.M.M. de Poel. Na een schorsing van het onderzoek heeft het Uwv op 1 juli 2025 een nieuwe beslissing genomen, waarbij een IVA-uitkering werd toegekend. Appellante trok haar hoger beroep in en verzocht de Raad om het Uwv te veroordelen in de proceskosten en schadevergoeding. De Raad heeft de proceskosten begroot op € 4.535,- en de kosten voor het rapport van Gerritze Medisch Advies op € 1.666,78. Daarnaast werd het verzoek om vergoeding van wettelijke rente over de na te betalen uitkering toegewezen. De Raad heeft het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de wettelijke rente, de proceskosten en het griffierecht van € 186,-. De uitspraak werd gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van D.M.A. van de Geijn, op 18 december 2025.