Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 4.081,50;
- bepaalt dat het Uwv het door appellante in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 184,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. E. Kaya, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op een zitting op 1 juni 2023, waarbij appellante aanwezig was en het Uwv vertegenwoordigd werd door A. Anandbahadoer. Na de zitting is het onderzoek heropend en is prof. dr. G.F. Koerselman als deskundige benoemd, die op 12 maart 2025 een rapport heeft uitgebracht. Op 9 september 2025 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen. Appellante heeft vervolgens het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor het Uwv. Het Uwv heeft geen verweer gevoerd tegen dit verzoek. De Raad heeft besloten om het onderzoek te sluiten zonder een nadere zitting, op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad oordeelt dat het Uwv in de kosten van appellante moet worden veroordeeld, omdat het bestuursorgaan volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. De proceskosten zijn begroot op € 4.081,50, inclusief het griffierecht van € 184,- dat het Uwv moet vergoeden. De uitspraak is gedaan op 17 december 2025 door M.E. Fortuin, in aanwezigheid van griffier M.D.F. de Moor.