Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
(getekend) E.E.V. Lenos
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels
(…)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, een student, had de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in gebreke gesteld over de behandeling van zijn aanvraag voor een aanvullende beurs. De minister had op 28 februari 2023 een besluit genomen waarin de aanvraag voor een reisvoorziening en basisbeurs werd goedgekeurd, maar de aanvullende beurs werd op nihil gesteld. De appellant stelde dat de minister een dwangsom had verbeurd omdat er niet tijdig op zijn aanvraag was beslist. De Raad oordeelde dat de minister niet in gebreke was, omdat er op de gehele aanvraag tijdig was beslist. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, die het beroep van de appellant ongegrond had verklaard. De Raad benadrukte dat de appellant geen bezwaar had gemaakt tegen het besluit van 28 februari 2023 en dat hij niet in een financiële noodsituatie verkeerde, aangezien hij gebruik had kunnen maken van andere voorzieningen.