ECLI:NL:CRVB:2025:1660
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag ANW-uitkering op basis van verzekeringsstatus echtgenoot
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor een ANW-uitkering door appellante, die in Marokko woont. De aanvraag werd afgewezen omdat de echtgenoot van appellante op het moment van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW, noch volgens de Nederlandse, noch volgens de Marokkaanse wettelijke regelingen. Appellante had eerder bezwaar gemaakt tegen de afwijzing door de Sociale Verzekeringsbank (Svb), maar dit bezwaar werd door de Svb in stand gehouden. De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij recht heeft op een ANW-uitkering omdat haar overleden echtgenoot een AOW-pensioen uit Nederland ontving. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW, en dat het feit dat hij een AOW-pensioen ontving niet automatisch recht geeft op een ANW-uitkering. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en benadrukt dat de financiële situatie van appellante geen invloed heeft op haar recht op de uitkering. Het hoger beroep is afgewezen, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag door de Svb in stand blijft. Appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten en haar griffierecht wordt niet teruggegeven.