ECLI:NL:CRVB:2025:1660

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 oktober 2025
Publicatiedatum
18 november 2025
Zaaknummer
24/2480 ANW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag ANW-uitkering op basis van verzekeringsstatus echtgenoot

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor een ANW-uitkering door appellante, die in Marokko woont. De aanvraag werd afgewezen omdat de echtgenoot van appellante op het moment van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW, noch volgens de Nederlandse, noch volgens de Marokkaanse wettelijke regelingen. Appellante had eerder bezwaar gemaakt tegen de afwijzing door de Sociale Verzekeringsbank (Svb), maar dit bezwaar werd door de Svb in stand gehouden. De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard.

In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij recht heeft op een ANW-uitkering omdat haar overleden echtgenoot een AOW-pensioen uit Nederland ontving. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW, en dat het feit dat hij een AOW-pensioen ontving niet automatisch recht geeft op een ANW-uitkering. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en benadrukt dat de financiële situatie van appellante geen invloed heeft op haar recht op de uitkering. Het hoger beroep is afgewezen, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag door de Svb in stand blijft. Appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten en haar griffierecht wordt niet teruggegeven.

Uitspraak

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 13 september 2024, 23/6399 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (Marokko) (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 30 oktober 2025
Zitting heeft: A. Hoogenboom
Griffier: C.C.M. van ‘t Hol
De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.F. Sturmans.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
1. Appellante woont in Marokko en is op [datum] 1985 gehuwd met [naam echtgenoot] (echtgenoot). De echtgenoot van appellante heeft gewoond en gewerkt in Nederland. Hij ontving een pensioen op basis van de AOW. [1] Op [datum overlijden] 2022 is de echtgenoot in Marokko overleden. Op 11 april 2023 heeft appellante een nabestaandenuitkering op grond van de ANW [2] aangevraagd. De Svb heeft de aanvraag afgewezen met een besluit van 1 mei 2023.
2. Tegen het besluit van 1 mei 2023 heeft appellante bezwaar gemaakt, maar de Svb is met een besluit van 9 oktober 2023 (bestreden besluit) gebleven bij de afwijzing van de aanvraag. De Svb heeft daaraan ten grondslag gelegd dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was voor de ANW of voor een nabestaandenuitkering volgens de Marokkaanse wettelijke regelingen.
3. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten.
4. In hoger beroep heeft appellante verwezen naar haar dossier en gevraagd om een nieuwe beoordeling van haar zaak, omdat zij zich in een slechte financiële situatie bevindt. In beroep heeft appellante aangevoerd dat zij recht heeft op een ANW-uitkering omdat haar overleden echtgenoot een AOW-pensioen uit Nederland ontving.
5. De rechtbank heeft overwogen dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden in Nederland niet verzekerd was voor de ANW op grond van wonen of werken. Ook is niet gebleken dat hij zich vrijwillig heeft verzekerd. Appellante kan verder op grond van artikel 22 van het NMV [3] geen aanspraak maken op een ANW-uitkering, omdat de echtgenoot niet verzekerd was voor de Marokkaanse socialezekerheidswetten, anders dan voor ziektekosten. Ten slotte maakt het feit dat de echtgenoot een AOWpensioen uit Nederland ontving niet dat appellante aanspraak kan maken op een ANW-uitkering.
6. De Raad is het met het oordeel van de rechtbank eens en neemt de overwegingen die hieraan ten grondslag liggen over. Daaraan wordt toegevoegd dat het feit dat appellante zich in een slechte financiële positie bevindt, niet maakt dat zij om die reden aanspraak kan maken op een ANW-uitkering.
7. Het hoger beroep slaagt dus niet. Dat betekent dat het besluit van de Svb tot afwijzing van de aanvraag om een ANW-uitkering in stand blijft. Omdat het hoger beroep niet slaagt krijgt appellante geen vergoeding voor haar (proces)kosten en krijgt zij haar griffierecht niet terug.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) C.C.M. van ‘t Hol (getekend) A. Hoogenboom
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH Den Haag) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen over het begrip verzekerde.

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
confirme la décision attaquée.
Par conséquent, décidée par A. Hoogenboom en présence de C.C.M. van ’t Hol en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 30 oktober 2025.
Les parties disposent d’un délai de six semaines à compter de la date d’envoi pour introduire un pourvoi en cassation contre cette décision devant la Cour de Cassation des Pays-Bas: Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, NL2500 EH ‘s-Gravenhage) au titre de la violation ou de la mauvaise application des dispositions concernant la notion de groupe d’assuré.

Voetnoten

1.Algemene ouderdomswet.
2.Algemene nabestaandenwet.
3.Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko.