ECLI:NL:CRVB:2025:164
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzoeker inzake griffierecht
Op 21 januari 2025 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak. De zaak betreft een verzet dat door verzoeker is ingediend tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn verzoek om herziening, die eerder op 6 augustus 2024 was gedaan. In deze eerdere uitspraak werd vastgesteld dat het griffierecht niet was betaald en dat verzoeker in verzuim was. Echter, tijdens de behandeling van het verzet op 11 november 2024 bleek dat verzoeker op 28 juli 2023 per e-mail had verzocht om zijn post naar een ander adres te sturen. De uitnodiging voor het betalen van het griffierecht was echter verzonden naar een verkeerd adres, wat de reden was voor het verzet. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het verzet gegrond was, waardoor de eerdere uitspraak van 6 augustus 2024 verviel. Verzoeker zal een nieuwe uitnodiging ontvangen voor het betalen van het griffierecht. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling in deze zaak.