ECLI:NL:CRVB:2025:1623

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 oktober 2025
Publicatiedatum
11 november 2025
Zaaknummer
24/1811 PW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2025 uitspraak gedaan over het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De appellant had verzet ingediend omdat hij gezondheidsklachten had, zijn advocaat zich had moeten terugtrekken en hij meerdere lopende procedures had, waardoor hij het overzicht van termijnen kwijt was geraakt. De Raad had in de eerdere uitspraak van 1 april 2025 al overwogen dat de appellant meerdere keren uitstel was verleend voor het indienen van gronden, in totaal ongeveer 18 weken. De Raad oordeelde dat de redenen die de appellant aanvoerde voor de termijnoverschrijding onvoldoende waren om deze verschoonbaar te achten. De Raad benadrukte dat de appellant zelf verantwoordelijk is voor het bijhouden van termijnen, ook al heeft hij meerdere procedures lopen. De gezondheidsklachten van de appellant werden niet als voldoende reden gezien om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. De Raad verklaarde het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

Datum uitspraak: 30 oktober 2025
24/1811 PW-V, 24/1989 PW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland- West Brabant van 21 juni 2024, 23/3780 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland (college)

PROCESVERLOOP

In de uitspraak van 1 april 2025 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden van het hoger beroep niet tijdig zijn ingediend.
Appellant heeft verzet ingediend. Het verzet is behandeld op zitting van 18 september 2025. Appellant is verschenen en het college heeft online aan de zitting deelgenomen.

OVERWEGINGEN

In verzet heeft appellant, kort samengevat, aangevoerd dat hij de gronden niet op tijd heeft kunnen indienen, omdat hij last heeft van gezondheidsklachten, zijn advocaat zich heeft moeten terugtrekken en appellant meerdere lopende procedures heeft bij de rechtbank waardoor hij het overzicht van verschillende termijnen kwijt is geraakt.
In de uitspraak van 1 april 2025 heeft de Raad overwogen dat appellant meerdere keren uitstel is verleend voor het indienen van gronden. In totaal heeft appellant een termijn van ongeveer 18 weken gekregen om gronden in te dienen. Daarnaast heeft de Raad overwogen dat appellant zijn laatste verzoek om uitstel minder dan een week voor het einde van de termijn heeft ingediend en dat van hem mocht worden verwacht dat hij alert zou zijn op een antwoord van de Raad. Appellant heeft vervolgens geen actie ondernomen toen hij een briefje ontving met de mededeling dat er een aangetekende brief voor hem was.
De Raad overweegt dat de reden die appellant heeft aangevoerd onvoldoende is voor verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. De Raad overweegt dat appellant zelf altijd verantwoordelijk blijft voor het bijhouden en bewaken van termijnen ook als hij meerdere lopende procedures heeft. Gezondheidsklachten kunnen onder omstandigheden een reden zijn om de late indiening van de gronden verschoonbaar te achten, maar in dit geval ziet de Raad daarvoor geen aanleiding. Met de overgelegde verklaringen is niet aannemelijk geworden dat deze van invloed zijn op de mogelijkheden van appellant om de termijnen in zijn procedure te bewaken. Dat de advocaat van appellant zich heeft teruggetrokken was de reden voor het eerder verleende uitstel.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van J. Bonnema als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 30 oktober 2025.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) J. Bonnema