ECLI:NL:CRVB:2025:1370
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding in WIA-zaak
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 2 mei 2025. De Centrale Raad van Beroep heeft op 10 september 2025 geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De reden hiervoor is dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken, welke termijn begint op de dag na de bekendmaking van de aangevallen uitspraak. In dit geval is de uitspraak op 2 mei 2025 bekendgemaakt, waardoor de termijn eindigde op 13 juni 2025. Het beroepschrift is echter pas op 18 juni 2025 ontvangen, wat betekent dat het na afloop van de termijn is ingediend.
Appellante heeft aangevoerd dat zij vanwege vakantie niet in staat was om haar post tijdig te behandelen. De Raad heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheid niet als verschoonbaar kan worden aangemerkt. Het ligt op de weg van appellante om ervoor te zorgen dat zij tijdens haar afwezigheid adequaat op de hoogte blijft van belangrijke post. De Raad heeft benadrukt dat de zitting van de rechtbank op 3 april 2025 plaatsvond, waardoor appellante had moeten anticiperen op een uitspraak binnen zes weken. Gezien deze omstandigheden heeft de Centrale Raad van Beroep besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder verder onderzoek te doen naar de inhoud van de zaak. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.