Uitspraak
18 juli 2024, 23/4723
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep onder zaaknummer 24/2030 PW. De appellante had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 18 juli 2024. Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer had op 23 januari 2025 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het bezwaar van appellante gegrond werd verklaard en de hoogte van de extra betaling aan energietoeslag voor appellante werd vastgesteld op € 500,-. Appellante heeft op 29 januari 2025 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. Het college heeft gereageerd en aangegeven dat het de kosten van het griffierecht in hoger beroep al had vergoed met een eerder besluit. De Raad heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten en de zaak gesloten. De Raad heeft overwogen dat, aangezien het college aan appellante tegemoet is gekomen, het college veroordeeld kan worden in de proceskosten die appellante heeft gemaakt in verband met het beroep en het hoger beroep. De proceskosten zijn begroot op € 907,- voor het beroep en € 907,- voor het hoger beroep, wat resulteert in een totale kostenvergoeding van € 1.814,-. De uitspraak is gedaan door M.F. Wagner, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier.