ECLI:NL:CRVB:2025:1043
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid met voldoende medische en arbeidskundige onderbouwing
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante door het Uwv per 20 december 2022, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Appellante is van mening dat zij meer beperkingen heeft dan het Uwv heeft vastgesteld en kan de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies niet vervullen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 28 mei 2025, waarbij appellante werd bijgestaan door haar advocaat, mr. R.A. Remport Urban. Het Uwv werd vertegenwoordigd door P.J.L.H. Coenen en de ex-werkgeefster door mr. M. Zuidema. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv de WIA-uitkering terecht heeft beëindigd, omdat de medische en arbeidskundige onderbouwing voldoende was. De rechtbank Limburg had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad onderschrijft dit oordeel. De Raad concludeert dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling door het Uwv, en dat appellante in staat is om de geselecteerde functies te vervullen. De beëindiging van de WIA-uitkering blijft dan ook in stand, en appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.