Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 19 november 2024 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om appellant per 11 maart 2021 een Ziektewet (ZW)-uitkering toe te kennen. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellant, na een verzekeringsgeneeskundig onderzoek, geschikt is voor zijn eigen werk. Appellant heeft geen gronden aangevoerd tegen deze beslissing, waardoor de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht geen ZW-uitkering heeft toegekend. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting waar appellant, bijgestaan door zijn advocaat, aanwezig was. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. De Raad heeft vastgesteld dat appellant geen bezwaar heeft gemaakt tegen eerdere besluiten van het Uwv en dat hij geen procesbelang meer heeft bij een oordeel over eerdere besluiten. De Raad verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk en het beroep tegen het besluit van 19 november 2024 ongegrond. De uitspraak is gedaan op 2 juli 2025.