Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toegekend. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 80 tot 100%.
artikel 7:3, onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De discussie over de volledigheid van het dossier staat hier naar het oordeel van de rechtbank los van. Uit vaste rechtspraak volgt dat het aan het Uwv is om te beoordelen wat de op de zaak betrekking hebbende stukken zijn. [1] Appellant heeft niet aangegeven waarom bepaalde ontbrekende stukken relevant zouden zijn voor de beoordeling van zijn beroep en heeft deze stukken niet zelf overgelegd. De rechtbank is daarom uitgegaan van de door het Uwv overgelegde stukken en gaat voorbij aan de procedurele bezwaren van appellant, aangezien hij niet in zijn procespositie is geschaad.
Het oordeel van de Raad
WGA-loonaanvullingsuitkering op 1 juli 2023 in stand heeft gelaten. Hij doet dat aan de hand van de argumenten die appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, de beroepsgronden. De Raad komt tot het oordeel dat het hoger beroep niet slaagt. Hierna legt de Raad uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
artikel 8:42, eerste lid, van de Awb niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank heeft toegezonden. Het feit dat de Raad uit eigen beweging het Uwv heeft verzocht de FML van 1 november 2018 en van 31 maart 2021 toe te zenden, doet hieraan niet af. De Raad is van oordeel dat het Uwv zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het hierbij niet gaat om stukken die (rechtstreeks) op de zaak betrekking hebben.
artikel 60, derde lid, van de Wet WIA waarin voor appellant geen inkomenseis geldt, uitgegaan moet worden van de datum waarop de functies appellant zijn aangezegd. De voor appellant in het arbeidskundig rapport van 4 juni 2021 geselecteerde functies zijn hem aangezegd bij brief van 8 juni 2021. Omdat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in het rapport van 16 mei 2022 de geschiktheid van de door de primaire arbeidsdeskundige geselecteerde functies heeft bevestigd, wordt appellant geacht zich vanaf 8 juni 2021 op deze functies te hebben kunnen instellen. Dit houdt in dat de periode van 24 kalendermaanden begint op 8 juni 2021 en dat bij ongewijzigde omstandigheden de inkomenseis zal ingaan op
1 juli 2023, zijnde 24 kalendermaanden na de maand waarin de herbeoordeling heeft plaatsgevonden.