ECLI:NL:CRVB:2024:924
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvragen om bijstand op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)
In deze zaak gaat het om de afwijzing van twee aanvragen om bijstand op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) door het college van burgemeester en wethouders van Maastricht. Appellant heeft op 27 maart 2020 en op 10 juni 2020 aanvragen ingediend voor bijstand, maar het college heeft deze aanvragen afgewezen omdat appellant onvoldoende informatie heeft verstrekt over zijn woon- en leefsituatie en geen bankafschriften heeft overgelegd. De Raad voor de Rechtspraak heeft de uitspraak van de rechtbank Limburg bevestigd, die eerder het beroep van appellant ongegrond had verklaard. De Raad oordeelt dat het college terecht heeft vastgesteld dat het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld, omdat appellant niet de benodigde gegevens heeft ingediend. De Raad heeft geen zitting gehouden, omdat partijen daarmee instemden. De uitspraak van de rechtbank is in stand gehouden, wat betekent dat de afwijzing van de aanvragen blijft bestaan. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.