Uitspraak
23.2195 WIA
OVERWEGINGEN
.De rechtbank heeft bij uitspraak van 2 september 2021 (20/4311) het beroep hiertegen eveneens ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Raad in zijn uitspraak van 23 juni 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:1423, deze uitspraak bevestigd. De Raad heeft het oordeel van de rechtbank onderschreven en daaraan toegevoegd dat in de bezwaarfase de informatie van de behandelend chirurg van 20 februari 2020 en van de huisarts van 23 maart 2020 bij de beoordeling is betrokken en dat het rapport van de in de eerdere procedure (18/1565) door de rechtbank geraadpleegde deskundige verzekeringsarts M.M. Wolff-van der Ven van 5 maart 2019 niet ver voor de datum in geding, zijnde 21 juni 2019, is opgesteld. Volgens de Raad is uit geen van de stukken op te maken dat de verklevingen in de buik van appellante op de datum in geding, zijnde 21 juni 2019, ten opzichte van 8 juli 2017 zijn toegenomen.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.