ECLI:NL:CRVB:2024:878
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beperkte kennisneming van medische gegevens in het kader van voorlopige voorziening
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 april 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening, waarbij verzoeker vroeg om beperkte kennisneming van medische gegevens. Dit verzoek is gedaan in het kader van zijn gezondheidssituatie, die volgens verzoeker een zwaarwegend belang oplevert. De Raad heeft vastgesteld dat, hoewel het uitgangspunt is dat alle procespartijen toegang hebben tot relevante stukken, er omstandigheden zijn waarin de persoonlijke levenssfeer van verzoeker zwaarder weegt dan het belang van het college om kennis te nemen van deze gegevens. De Raad heeft de medische gegevens in overweging genomen en geoordeeld dat er gewichtige redenen zijn om de kennisneming te beperken, zoals bedoeld in artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft besloten dat de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is, en dat het college zich zonder deze kennis kan verweren in het kader van de voorlopige voorziening. De uitspraak is gedaan in het openbaar, waarbij de Raad de toestemming van partijen zal vragen om op basis van de medische gegevens uitspraak te doen.