ECLI:NL:CRVB:2024:877

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 april 2024
Publicatiedatum
7 mei 2024
Zaaknummer
21/2884 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van eerdere uitspraak inzake vrijwillige verzekering AOW en ANW

Op 26 april 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van verzoeker, die een verzoek om herziening indiende tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 28 mei 2021. In die eerdere uitspraak werd een besluit van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) bevestigd, waarin de vrijwillige verzekering voor de AOW en de ANW van verzoeker werd beëindigd. Verzoeker had geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen die volgens artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) tot herziening konden leiden. Tijdens de zitting op 15 maart 2024 was verzoeker niet aanwezig, terwijl de Svb vertegenwoordigd was door mr. K. Verbeek. De Raad oordeelde dat verzoeker geen relevante nieuwe informatie had gepresenteerd die de eerdere beslissing zou kunnen beïnvloeden. De Raad benadrukte dat het verzoek om herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie, maar enkel voor het herstellen van een uitspraak op basis van nieuwe, relevante feiten. Aangezien verzoeker niet voldeed aan de strikte voorwaarden voor herziening, werd zijn verzoek afgewezen. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

21/2884 ANW
Datum uitspraak: 26 april 2024
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 28 mei 2021, 20/2787 ANW
Partijen:
[verzoeker] te [woonplaats] (verzoeker)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
SAMENVATTING
Verzoeker heeft geen feiten of omstandigheden genoemd die tot herziening van de uitspraak van de Raad kunnen leiden.

PROCESVERLOOP

Verzoeker heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 28 mei 2021 (ECLI:NL:CRVB:2021:1279). Verzoeker heeft nadere stukken ingezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 maart 2024. Verzoeker is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. K. Verbeek.

OVERWEGINGEN

Wat ging er aan het verzoek om herziening vooraf?
1. De Raad heeft op 28 mei 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:1279, uitspraak gedaan in een zaak van verzoeker. In die uitspraak is de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 25 mei 2020, 18/4096 bevestigd. Inhoudelijk ging het over een besluit van de Svb van 4 juni 2014 waarin de vrijwillige verzekering voor de AOW [1] en de ANW [2] is beëindigd. In het besluit is de volgende passage opgenomen: “Volgens de regels van de vrijwillige verzekering kan iemand zich voor 10 jaar vrijwillig verzekeren. U bent vanaf 6 april 2005 vrijwillig verzekerd. U kunt zich dus vrijwillig verzekeren tot 6 april 2015. Dit betekent dat uw vrijwillige verzekering op die datum eindigt. Deze regel staat in artikel 35 van de Algemene Ouderdomswet en artikel 63a van de Algemene nabestaandenwet.” Dit besluit is ook in het Frans vertaald. [3] Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt maar volgens de Svb is dit bezwaar te laat ingediend. Volgens de rechtbank en de Raad heeft de Svb het bezwaar terecht nietontvankelijk verklaard, omdat het te laat is ingediend.
2. Verzoeker heeft de Raad in zijn verzoek om herziening er op gewezen dat de Svb geen goede reden heeft gegeven om zijn vrijwillige verzekering te beëindigen en dat hij deze vrijwillige verzekering wil voortzetten.
3. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
Hoe moet een verzoek om herziening worden getoetst?
3.1.
Het bijzondere rechtsmiddel van herziening is niet bedoeld om een hernieuwde discussie over de desbetreffende uitspraak te voeren of te openen maar om een rechterlijke uitspraak die berust op een naderhand onjuist gebleken feitelijk uitgangspunt te herstellen.
3.2.
Dit kan alleen indien is voldaan aan de strikte, cumulatieve voorwaarden van artikel 8:119, eerste lid, van de Awb. [4] Herziening van een uitspraak op grond van dat artikel is alleen mogelijk op grond van feiten en omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden als zij bij de bestuursrechter eerder bekend waren geweest.
Wat verzoeker aanvoert kan niet leiden tot herziening
3.3.
Verzoeker heeft bij het verzoek om herziening geen feiten of omstandigheden genoemd als bedoeld in artikel 8:119, eerste lid, van de Awb.
3.4.
Uit 3.1 tot en met 3.3 volgt dat het verzoek om herziening moet worden afgewezen.
4. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af
Deze uitspraak is gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van S.S. Blok als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 april 2024.
(getekend) E.E.V. Lenos
(getekend) S.S. Blok

Dictum in het Frans

III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale);
statue:
Rejète la demande de révision.
Par conséquent, décidée par E.E.V. Lenos comme membre, en présence de S.S. Blok en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 26 avril 2024.

Voetnoten

1.Algemene Ouderdomswet.
2.Algemene nabestaandenwet.
3.Les règles en matière d'assurance volontaire prévoit la possibilité de s'affilier pendant une durée de 10 ans. Vous étes assuré volontaire depuis le 6 avril 2005 et pouvez donc resté assure jusqu'au. 6 avril 2015, date de la fin de votre assurance. Cette procédure est prévue par l'article 35 de la loi générale sur l'assurance vieillesse (AOW) et par ('article 63a de la loi générale sur l'assurance des survivants (Anw).
4.Algemene wet bestuursrecht.