Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
€ 548,- te worden geheven.
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat van het college een griffierecht van € 548,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel. De rechtbank had op 25 juli 2023 in de zaak met nummer 23/659 een beslissing genomen. Het beroepschrift dat door het college is ingediend, bevatte echter geen gronden. Volgens artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een beroepschrift de gronden van het beroep te bevatten. Deze bepaling is ook van toepassing op hoger beroep, zoals vermeld in artikel 6:24 van de Awb.
Het college kreeg de gelegenheid om dit verzuim te herstellen, maar heeft de gestelde termijnen ongebruikt laten verstrijken. Ondanks herhaalde aanmaningen van de Raad, waaronder een aangetekende brief, heeft het college geen gronden van beroep ingediend. Hierdoor is vastgesteld dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De Centrale Raad van Beroep heeft besloten dat de aangevallen uitspraak in stand blijft en dat het college een griffierecht van € 548,- moet betalen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door J.J. Janssen, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 januari 2024. Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden en het bestuursorgaan binnen zes weken schriftelijk verzet doen.