Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
€ 182,-, vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. R.J. Hoogeveen, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv had op 3 augustus 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Hierdoor heeft appellante besloten het hoger beroep in te trekken en verzocht om een proceskostenvergoeding. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 april 2024 uitspraak gedaan in deze zaak.
De Raad heeft vastgesteld dat, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het bestuursorgaan veroordeeld kan worden in de kosten wanneer het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de bezwaren van de indiener is tegemoetgekomen. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in dit geval in de proceskosten van appellante moet worden veroordeeld, aangezien het Uwv al kosten in bezwaar had vergoed, maar niet in de kosten van het hoger beroep.
De totale proceskostenvergoeding is vastgesteld op € 6.470,95, inclusief het door appellante betaalde griffierecht van € 182,-. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door E.W. Akkerman, met M.D.F. de Moor als griffier.