ECLI:NL:CRVB:2024:782
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep in sociale zekerheidszaken
Op 18 april 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met kenmerk 23/873 WIA. Deze uitspraak betreft een hoger beroep dat door appellante is ingesteld tegen een beslissing van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De appellante heeft haar hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv op 9 oktober 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar heeft genomen, waarbij aan appellante een IVA-uitkering is toegekend vanaf 4 januari 2021. Dit heeft geleid tot een wijziging van eerdere beslissingen op bezwaar. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten moet worden veroordeeld, omdat appellante in verband met de behandeling van de beroepen en het hoger beroep kosten heeft moeten maken. De proceskosten zijn vastgesteld op € 2.625,- in beroep en € 1.312,50 in hoger beroep, met een totaalbedrag van € 3.937,50. Daarnaast is het Uwv veroordeeld tot vergoeding van het door appellante betaalde griffierecht van in totaal € 335,-. De uitspraak is gedaan door M. Schoneveld, in tegenwoordigheid van griffier E.X.R. Yi.