Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 8.054,17;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 183,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep (zaaknummer 21/3922 ZW) tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg van 4 oktober 2021. Het hoger beroep is ingetrokken omdat het Uwv met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 4 augustus 2023 volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant. De uitspraak betreft ook de vergoeding van proceskosten in bezwaar, beroep en hoger beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat de kosten voor rechtsbijstand in totaal € 5.185,50 bedragen, met een aanvullende vergoeding voor reiskosten en expertisekosten. De totale proceskostenvergoeding is vastgesteld op € 8.054,17. Daarnaast is het Uwv veroordeeld tot vergoeding van het door appellant betaalde griffierecht van € 183,- in zowel beroep als hoger beroep. De uitspraak is gedaan door I.M.J. Hilhorst-Hagen, in tegenwoordigheid van griffier S. Pouw, en is openbaar uitgesproken op 24 april 2024.