Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
.De rechtbank ziet geen aanleiding om een onafhankelijk deskundige te benoemen. Verder heeft de rechtbank geoordeeld dat het maatmaninkomen correct is vastgesteld. De enkele stelling van appellant dat hij zwart heeft gewerkt, hij € 300,- netto per maand verdiende en zijn overuren zwart werden uitbetaald, is onvoldoende om te twijfelen aan de juistheid van de gegevens in de polisadministratie van het Uwv. Een nadere onderbouwing door appellant – bijvoorbeeld een urenspecificatie – ontbreekt. De rechtbank volgt het standpunt van appellant dat de functie van baliemedewerker (SBC-code 315150) aan de schatting ten grondslag had moeten worden gelegd, omdat dit een van de drie van de functies met de hoogste verdiencapaciteit is. Hiermee komt het arbeidsongeschiktheidspercentage echter niet boven de 35% uit. De rechtbank heeft daarom aanleiding gezien het gebrek aan het bestreden besluit met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht te passeren onder toekenning van proces- en griffiekosten aan appellant, omdat aannemelijk is dat appellant door het gebrek niet is benadeeld. Volgens de rechtbank zijn de geselecteerde functies geschikt voor appellant. Uit de rapporten van de arbeidsdeskundigen is niet gebleken dat appellant de Nederlandse taal niet goed beheerst. De primaire arbeidsdeskundige heeft appellant telefonisch gesproken en appellant heeft op het WIA-aanvraagformulier vermeld dat hij de Nederlandse taal goed beheerst. Volgens de rechtbank voldoet appellant, anders dan hij betoogt, aan het opleidingsvereiste van de functie van baliemedewerker (SBC-code 315150). Het gevraagde opleidingsniveau is ‘enkele jaren havo/vwo of mbo niveau 3’ en de primaire arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellant in Turkije vervolgonderwijs heeft genoten dat gelijk staat aan enkele jaren havo.