ECLI:NL:CRVB:2024:754
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 april 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De appellant heeft het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 2 november 2023 volledig aan de bezwaren van de appellant tegemoet is gekomen. Het Uwv had al besloten tot vergoeding van de gemaakte kosten in de bezwaarfase en de rechtbank had het Uwv in de eerdere uitspraak veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten in beroep.
De Raad heeft in deze uitspraak de mogelijkheid om het Uwv te veroordelen in de proceskosten in hoger beroep overwogen. Op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan het bestuursorgaan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv de gemaakte kosten in de bezwaarfase al had vergoed en dat de rechtbank het Uwv had veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten in beroep.
De Raad heeft besloten het Uwv te veroordelen in de proceskosten van de appellant in hoger beroep tot een bedrag van € 875,- voor de kosten van rechtsbijstand, en daarnaast moet het Uwv het door de appellant in hoger beroep betaalde griffierecht van € 136,- vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door J.D. Streefkerk, in tegenwoordigheid van griffier E.X.R. Yi, en is openbaar uitgesproken op 18 april 2024.