ECLI:NL:CRVB:2024:752
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Wajong-uitkering en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. E. van den Bogaard, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had op 9 maart 2022 een uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/2334. Het Uwv had op 25 augustus 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het appellante met ingang van 22 september 2020 een Wajong-uitkering toekende en de kosten in bezwaar vergoedde tot een bedrag van € 1.791,-. Appellante heeft het hoger beroep op 20 september 2023 ingetrokken, omdat het Uwv volledig aan haar bezwaren tegemoet was gekomen. De Raad heeft vervolgens besloten het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante in zowel beroep als hoger beroep. De proceskosten zijn begroot op € 2.625,-, en het Uwv moet ook het door appellante betaalde griffierecht van in totaal € 185,- vergoeden. De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 18 april 2024, in aanwezigheid van griffier E.X.R. Yi.