Uitspraak
mr. W.R. Bos.
OVERWEGINGEN
€ 1.750,‑ in beroep (één punt voor het indienen van het beroepschrift en één punt voor het verschijnen ter zitting) en € 3.062,50 in hoger beroep (één punt voor het indienen van het hogerberoepschrift, twee keer één punt voor het verschijnen ter zitting en een halve punt voor de schriftelijke zienswijze na het rapport van deskundigenonderzoek. Verder komen de reiskosten van in totaal € 204,72 voor vergoeding in aanmerking. In totaal bedragen de te vergoeden kosten € 5.017,22. Het verzoek om vergoeding van verletkosten van stiefvader Akkerman en begeleidster Harleman tot een bedrag van in totaal € 1.240,- wordt afgewezen. In artikel 1, aanhef en onder d, van het Bpb is bepaald dat een veroordeling in de kosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Awb uitsluitend betrekking kan hebben op verletkosten van een partij of belanghebbende. De stiefvader en de begeleidster van appellant zijn geen partij of belanghebbende in dit geschil. Hun verletkosten komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking.