ECLI:NL:CRVB:2024:70
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op ZW-uitkering na medische beoordeling en geschiktheid van functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant. Appellant had zich ziekgemeld op 7 november 2017 en ontving ziekengeld op basis van de Ziektewet. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellant, na een medische beoordeling, in staat is om meer dan 65% van zijn maatmaninkomen te verdienen, wat leidde tot de beëindiging van zijn uitkering. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv eveneens ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was en dat zijn beperkingen niet goed zijn ingeschat. De Raad heeft echter geoordeeld dat het onderzoek door het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd en dat de medische beoordeling voldoende onderbouwd is. De Raad heeft de argumenten van appellant verworpen en bevestigd dat de functies die aan appellant zijn voorgehouden, medisch geschikt zijn. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in proceskosten.