ECLI:NL:CRVB:2024:591
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van hoger beroep inzake maatwerkvoorziening ondersteuning bij het huishouden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 maart 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 31 augustus 2022. Appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen, dat haar een maatwerkvoorziening in de vorm van ondersteuning bij het huishouden had verstrekt. Het college had op 8 september 2021 een besluit genomen, dat na bezwaar op 22 maart 2022 was gehandhaafd. Appellante had ook bezwaar gemaakt tegen een later besluit van 27 januari 2022, dat betrekking had op een andere periode. De rechtbank had het verzoek van appellante om het college te veroordelen in de proceskosten afgewezen, omdat het beroep was ingetrokken zonder dat het college tegemoet was gekomen aan de bezwaren van appellante.
De Raad heeft vastgesteld dat het bestreden besluit ongewijzigd van kracht is gebleven en dat de beslissing op bezwaar van 20 juni 2022 betrekking had op een andere periode. Hierdoor was er geen sprake van een gewijzigde beslissing op bezwaar die aan de bezwaren van appellante tegemoetkwam. De Raad heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht had besloten dat het verzoek om vergoeding van proceskosten niet kon worden toegewezen. Het hoger beroep van appellante is dan ook afgewezen, en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Appellante krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.