Uitspraak
OVERWEGINGEN
26 april 2020 beëindigd omdat zij niet langer arbeidsongeschikt wordt geacht in de zin van de WAO. Aan dit besluit ligt een rapport van verzekeringsarts [Y] ten grondslag die aanleiding heeft gezien om een psychiatrische expertise te laten verrichten door Sitagre. Op basis van zijn bevindingen en de expertise van Sitagre heeft [Y] een Functionele mogelijkhedenlijst (FML) opgesteld van 3 februari 2020. Appellante heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Bij besluit van 7 december 2020 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellante gegrond verklaard en bepaald dat appellante met ingang van
14 januari 2021 geen recht meer heeft op een WAO-uitkering omdat de mate van arbeidsongeschiktheid is berekend op minder dan 15%.
28 februari 2023 en 25 mei 2023 verzocht te reageren op het standpunt van appellante dat de verrichte expertise niet zorgvuldig is geweest, waarbij ook verzocht is aandacht te besteden aan de geringe lichaamslengte van appellante.
14 november 2023 heeft vermeld, is een psychiater autonoom om de wijze van onderzoek te bepalen. De psychiater van Sitagre heeft een tweede onderzoek door een andere psychiater laten verrichten om beter onderbouwde uitspraken te kunnen doen over de diagnostiek. Ook is er nog intercollegiaal overleg van de psychiaters geweest op basis waarvan consensus werd bereikt over de diagnostische overwegingen. Hieruit volgt dat niet kan worden geoordeeld dat het onderzoek door Sitagre onzorgvuldig is geweest.
24 augustus 2022 kan niet leiden tot een ander oordeel. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft op een inzichtelijke wijze uiteengezet dat GGZ Evergreen geen diagnose PTSS heeft gesteld, maar heeft vermeld dat de klachten hier het beste bij passen. Nog los van de omstandigheid dat deze informatie niet ziet op de datum in geding, volgt daar ook niet uit dat de verzekeringsartsen van het Uwv een onvolledig beeld hebben gehad van de medische toestand van appellante per 14 januari 2021. Een persoon met een lichaamslengte van 155 cm is verder, zoals navolgbaar is gemotiveerd, ook in staat om 70 cm te bereiken, omdat door alleen al iets naar voren te bewegen in de rug het reikbereik gemakkelijk met 15 cm wordt uitgebreid. Een iets kortere armlengte speelt hierbij nauwelijks een rol. Uit het vorenstaande volgt dat bij de onderhavige beoordeling dient te worden uitgegaan van FML van 7 maart 2023. Omdat geen twijfel bestaat aan de uitkomst van het medisch onderzoek, bestaat geen aanleiding om een onafhankelijk deskundige te benoemen.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 3.937,50;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 185,- vergoedt.
C.G. van Straalen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2024.