Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
mr. P.C.P. Veldman.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, die als productiewerker werkte, had zich per 24 maart 2018 ziekgemeld. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) beëindigde zijn ZW-uitkering per 7 september 2020, omdat het Uwv meende dat appellant geschikt was voor andere functies. De appellant betwistte deze beslissing en stelde dat het Uwv een onjuiste maatstaf voor de maatgevende arbeid had gehanteerd. De Raad oordeelde dat het Uwv onvoldoende onderzoek had gedaan naar de belastende aspecten van de maatgevende functie van heftruckchauffeur/hoogwerker, die appellant slechts één dag had uitgevoerd. De Raad concludeerde dat het bestreden besluit niet deugdelijk was gemotiveerd en vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad droeg het Uwv op om opnieuw op het bezwaar van appellant te beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 3.500,- en moest het het griffierecht vergoeden.