ECLI:NL:CRVB:2024:369
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van eerdere uitspraak in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft verzoekster een verzoek om herziening ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 2 augustus 2022. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer, dat verzoekster bijzondere bijstand had toegekend voor de legeskosten van een gehandicaptenparkeerkaart. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De rechtbank Noord-Holland heeft het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft in haar herzieningsverzoek aangevoerd dat er nieuwe feiten zijn die aanleiding geven tot herziening. De Raad heeft echter geoordeeld dat de aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldoen aan de strikte voorwaarden van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft vastgesteld dat verzoekster in feite een hernieuwde discussie over haar hoger beroep wil voeren, wat niet mogelijk is binnen het kader van het rechtsmiddel van herziening.
De Raad heeft geconcludeerd dat verzoekster niet heeft aangetoond dat er feiten zijn die, indien zij eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. Het verzoek om herziening is dan ook afgewezen, en de eerdere uitspraak van 2 augustus 2022 blijft in stand. Verzoekster krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.