Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Wat aan de zaak vooraf is gegaan
3 maart 2017 een voorschot verstrekt op de WAO-uitkering. Het Uwv heeft vervolgens bij besluit van 3 juli 2017 het dagloon van appellante met ingang van 27 februari 2017 vastgesteld op € 95,94. Omdat de beoordeling van de mogelijke herziening van de
WAO-uitkering te lang heeft geduurd, heeft het Uwv appellante met ingang van 27 februari 2017 ambtshalve als 80 tot 100% arbeidsongeschikt beschouwd. Met ingang van 1 augustus 2017 zal herziening van de uitkering plaatsvinden en wordt zij als 35 tot 45% arbeidsongeschikt beschouwd. De uitkering is vanaf 27 februari 2017 tot en met 26 augustus 2019 een loondervingsuitkering. Daarna krijgt appellante een vervolguitkering, waarover zij dan een brief krijgt.
eerstejaars ZW-beoordeling ten grondslag was gelegd. De Raad heeft overwogen dat het Uwv deugdelijk heeft gemotiveerd dat in de FML van 20 januari 2016 voldoende rekening is gehouden met de beperkingen van appellante en dat het Uwv op basis van deze FML de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante per 1 augustus 2017 terecht heeft vastgesteld op 35 tot 45%.
De huidige procedure
De beoordeling door de Raad
Conclusie en proceskosten
Besluit proceskosten bestuursrecht voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep begroot op € 3.062,50 (1 punt voor het hoger beroepschrift, 1 punt voor het bijwonen van de zitting,
0,5 punt voor de nadere zitting, twee maal 0,5 punt voor reacties, met een waarde van
€ 875,- per punt). Verder moet het Uwv het door appellante in hoger beroep betaalde griffierecht vergoeden.
BESLISSING
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;