ECLI:NL:CRVB:2024:339
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens te late indiening van het hogerberoepschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 februari 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het hoger beroep is niet ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet binnen de gestelde termijn is ingediend. De appellant had zijn hogerberoepschrift per gewone post verzonden, wat voor zijn rekening komt. De Raad heeft vastgesteld dat de laatste dag voor het indienen van het hoger beroep 14 september 2022 was, maar het hogerberoepschrift is pas op 29 september 2022 ontvangen. Appellant heeft aangevoerd dat hij het hogerberoepschrift op 9 september 2022 heeft verzonden, maar kon dit niet aannemelijk maken. De Raad oordeelt dat de keuze om het hogerberoepschrift per gewone post te verzenden, en niet aangetekend, niet voldoende is om de niet-ontvankelijkheid te weerleggen. De argumenten van appellant over problemen met de postbezorging zijn niet overtuigend genoeg om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. Het verzet van appellant is ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.