ECLI:NL:CRVB:2024:279
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep tegen het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 21/1044 ZW. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.J. van Kuijk, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 4 februari 2021. De appellant heeft op 3 oktober 2023 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling van het Uwv. Het Uwv had op 2 augustus 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van de appellant. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv al had besloten tot vergoeding van de kosten in de bezwaarfase, en moest nu alleen oordelen over de kosten in beroep en hoger beroep. De Raad heeft het Uwv veroordeeld tot een bedrag van € 2.651,- aan proceskosten, inclusief reiskosten en griffierecht. De uitspraak is gedaan door E.J.J.M. Weyers, met S.C. Scholten als griffier.